Facial Animation & Lipsync

De belangrijkste vormen die corresponderen met klanken. Je hebt vaak geen volledige alfabetset nodig, maar een beperkt aantal basismonden (bijv. A-E, O, M-B-P, F-V, L, etc.).

Saccades (snelle sprongen)

• Ogen bewegen nooit langzaam van de ene naar de andere plek.

• Ze “springen” in kleine, snelle sprongetjes (saccades).

• Een langzame oogbeweging ziet er onnatuurlijk en “robotachtig” uit.
  
  

Blinking (knipperen)

• Knipperen is meer dan alleen het oog bevochtigen.

• Het is vaak een onderdeel van de emotie:

  • Verrassing = snelle korte knipper

  • Zwaarmoedigheid/verdriet = trager, zwaarder knipper

  • Ongemak = vaker knipperen

• Mensen knipperen gemiddeld zo’n 15–20 keer per minuut, maar in animatie gebruik je dit functioneel (emotie, overgang van blik).
  
  

Micro-shifts (subtiele aanpassingen)

• Ogen staan zelden compleet stil.

• Zelfs in rust “wiebelen” ze een beetje door microbewegingen (zoeken, focussen).

• In animatie kun je heel subtiele verschuivingen toevoegen om “leven” te simuleren.
  
  

Focus & intentie

• Waar kijkt een character naar? Het oog moet gericht zijn.

• Ogen leiden de aandacht van de kijker – als het character naar iets kijkt, volgen wij automatisch mee.

• Intentie verandert vaak net voor de rest van het gezicht of lichaam volgt (de ogen leiden, het hoofd volgt).
  
  

Eye darts (karakter in gedachten)

• Kleine sprongetjes van de blik (links, rechts, terug) laten zien dat een character nadenkt of zich bewust is van de omgeving.

• Perfect lineair staren voelt onnatuurlijk.

Emotie versterken – Wenkbrauwen bepalen vaak de emotie: omhoog = verrassing, omlaag/samen = boos/focus, asymmetrisch = twijfel/sarcasme.

Samenwerking met ogen – Pas in combinatie met de ogen wordt de expressie geloofwaardig; een blik zonder passende wenkbrauwen voelt leeg.

Timing & overdrijving – Snelle wenkbrauwbeweging = shock of plotselinge emotie, langzame = zwaarte of twijfel. In animatie mag je dit gerust iets overdrijven voor leesbaarheid.